Mijn dochter, mijn zoon,
“Liefde is alles, voor God en voor de mens.
Als de liefde ophoudt, houdt het leven zelf op.
Er zijn echter twee soorten liefde:
– de ene is spiritueel en goddelijk,
– de andere is lichamelijk en ongeordend.
Tussen deze twee liefdes is er een groot verschil. (…)
De Goddelijke Schepper maakte de schepselen enkel uit Liefde.
Als God voortdurend zijn Gaven aan de mensen schenkt,
– dan is het de Liefde die Hem daartoe aanzet.
Zijn eigenschappen zijn een gevolg van zijn overgrote Liefde. (…)
Als de liefde heilig is, heiligt zij.
Als de liefde pervers is, leidt zij tot de eeuwige verdoemenis.”
“Als de liefde ophoudt, houdt het leven zelf op”.
BvdH 5 -23 maart 1903 6 nov 1926