“Mijn kind,
laat mijn Liefde zich uiten zoals Zij het wenst.
Herstel met Mij, voor hen die Mij onteren, terwijl zij goed doen.
Deze Joden kleden Mij opnieuw aan
om Mij nog meer in diskrediet te brengen bij de mensen,
om hen ervan te overtuigen dat Ik een boosdoener ben.
Blijkbaar, is de daad van Mij aan te kleden goed
maar in hun hart is het slecht.(…)
Als het goede slecht gedaan wordt, leidt het tot hardheid.
Ik wil voor de tweede keer met doornen gekroond worden,
met een erger lijden dan de eerste keer,
– om deze hardheid te doorbreken,
en om de mensen naar Mij toe te trekken.”(…)