Mijn dochter, mijn zoon,
Van alle generaties, is mijn hemelse Moeder de kleinste
omdat haar wil nooit in haar heeft gewerkt:
Enkel mijn eeuwige Wil was in haar werkzaam.
Dit heeft haar niet alleen klein, mooi en fris gehouden
– zoals toen zij uit Ons voortkwam,
Het maakte haar ook de grootste van allemaal.
Oh, wat was zij mooi!
Ze was klein door zichzelf, maar groot en verheven
boven allen vanwege Ons.
Omwille van haar kleinheid werd zij verheven
tot de hoogte van Moeder van Hem die haar vormde.
Om op aarde te komen en de mens te verlossen,
koos Ik mijn Mama, omdat ze klein was. “(…)
“Mijn hemelse Moeder is de kleinste” – LDC 28
10 novembre 1923