“Mijn dochter, mijn zoon,
ware liefde wordt niet ontevreden.
In de plaats daarvan, trekt zij nut bij een gevoel van ontevredenheid
– door het te veranderen in een mooi gevoel van tevredenheid.
Ik ben de Tevredenheid zelf.
Ik kan geen ontevredenheid verdragen
Ik kan geen ontevredenheid verdragen
in een ziel die Mij liefheeft. (…)
Ware Liefde handelt uit Liefde of handelt helemaal niet
Zij vraagt uit liefde en geeft uit liefde.
Zij eindigt alles in liefde.
Zij sterft door Liefde en herrijst door Liefde. “
“Ware liefde wordt niet ontevreden” LDC 11 – 22 mei 1912