Mijn dochter, mijn zoon,
“Wanneer een hart vol zelfkennis is,
zijn de lofprijzingen van de mensen als golven van de zee
– die omhoogrijzen en overstromen,
maar nooit hun grens overschrijden.
Op dezelfde manier zijn de menselijke lofprijzingen
– geschreeuw en gegil.
Zij klimmen omhoog en zij komen zelfs dicht bij het hart.
Maar als het hart gevuld is en goed omgeven
– door de sterke muren van de zelfkennis,
zijn zij niet in staat om een plaats te vinden voor zichzelf.
En zij trekken zich terug,
– zonder schade aan de ziel toe te brengen.
Dus, hiervoor moet je oppassen:
Houd geen rekening met de lof en het misprijzen van mensen.”