Mijn dochter, mijn zoon,
In elk tabernakel, werk Ik
– aan het Werk van de Verlossing en
– aan het “Fiat voluntas tua sicut in Caelo et in terra”.
Ik offer Mezelf en sterf in elke Hostie om
– de Zon van mijn Goddelijke Fiat opnieuw te laten herrijzen, en
– het nieuwe tijdperk van zijn volledige Triomf te bewerken. .
Toen Ik de aarde verliet, zei Ik:
“Ik ga naar de Hemel en Ik blijf op de aarde in het Sacrament.
Ik zal geduldig eeuwenlang wachten. Ik weet dat het Mij veel zal kosten.
Het zal mij niet ontbreken aan zware beledigingen,
zelfs meer dan tijdens mijn Passie.
Maar Ik zal me wapenen met Goddelijk Geduld.
Vanuit deze kleine Hostie, zal Ik het Werk volbrengen.(…)