“Mijn dochter, mijn zoon,
help Mij, geef Mij zielen.”(…)
“Weet, dat Ik in deze drie Uren van de bitterste Doodstrijd
in de Hof van Olijven het leven van elk mens in Mijzelf insloot.
Ik heb al hun lijden en zelfs hun dood ondergaan.
En aan elke mens heb Ik mijn eigen Leven gegeven.
Mijn Doodstrijd ondersteunt die van hen. En mijn bitterheden
en mijn Dood veranderen voor hen in een bron van zoetheid en leven.
Hoeveel kosten de zielen Mij!
Ik zou willen dat zij Mij hiervoor vergoeden.
Je hebt gezien, mijn dochter, dat terwijl Ik aan het sterven was,
Ik opnieuw begon te ademen.
Dat was de dood van de mensen die Ik in Mijzelf voelde.” (…)