“Mijn dochter, mijn zoon,
Alleen daden bepalen wat het Goede teweegbrengt, niet de tijd.
Daden dwingen onze Gerechtigheid om schepselen van de aardbodem
te verwijderen, zoals gebeurde bij de zondvloed.
Toen verdienden enkel Noah en zijn familie het om gered te worden,
omdat Noah gehoorzaamde aan onze Wil en zich langdurig opofferde
bij het bouwen van de ark.
Door zijn daden verdiende hij de voortzetting van de nieuwe generatie
– waarin de beloofde Messias zou komen.
Een langdurig en voortdurend offer heeft zo’n macht en aantrekking over het Opperwezen dat het Hem een grote Genade doet schenken en de voortzetting van het leven voor de mensheid.”(…)
“de macht van een langdurige opoffering”- BvdH 28 – 12 maart 1930