21 okt 2021 – Jouw ziel moet de vlucht van de adelaar imiteren

“Mijn dochter,  mijn zoon,

jouw ziel moet trachten de vlucht van de adelaar te imiteren.

Dit wil zeggen, zij moet proberen van zichzelf hoog te houden,
– boven alle lage dingen van deze aarde.
Zij moet zich zo hoog houden dat geen enkele vijand haar kan bereiken.

De ziel die in hogere sferen leeft,  kan haar vijanden bereiken.
Maar zij kunnen haar niet aanvallen.

Het volstaat echter niet dat zij  in die hogere sferen  leeft.  Zij moet trachten
om de zuiverheid en het gezichtsvermogen van de adelaar te bekomen.(…)

Door de zuiverheid van haar blik,  zal zij
de Liefde tot God en de liefde voor de naaste in één Liefde verenigen
en alles in orde brengen bij God. ” (…)

“Jouw ziel moet de vlucht van de adelaar imiteren”  BvdH – 6 – 4 maart 1904  

20 oktober 2021- “Jij zal Mij meer beminnen want jij kent mijn bittere Pijnen”

“Mijn dochter! Mijn zoon!

Kijk naar de leiders! Kijk naar de bisschoppen!

Het vergif van de belangen is in iedereen binnengedrongen.
Bovendien, word Ik niet begrepen door iemand
die niet ontdaan is van alles en van iedereen.

Mijn Stem klinkt niet goed bij hen.
Mijn woorden lijken absurd te zijn
en niet te passen bij hun menselijke toestand.

Als Ik met jou spreek, begrijpen we elkaar vrij goed.

Bij jou vind Ik tenminste een mogelijkheid om mijn pijn te uiten.
En jij, jij zal Mij meer beminnen, want jij kent mijn bittere Pijn kent.” (…)

“Jij zal Mij meer beminnen ” – BvdH 10 – 15 januari – 1911

20 oktober 2021 – In Mijn Wil wordt het menselijk lijden Goddelijk.

Mijn dochter, mijn zoon,

“In mijn Wil transformeren  de dingen,  het lijden  zichzelf.
En van menselijk worden ze Goddelijk.
Ik voel niet dat het schepsel  lijdt, maar Ikzelf vorm hen in Mij.

Ik creëer dat lijden in Mij,
– om het te ondergaan in mijn geliefd schepsel.

Mijn Leven herhaalt zich in haar met de stoet van al  mijn Lijden,
– en daarom noem Ik dit Mijn Lijden.

Wist jij maar wat Ik met dit Lijden doe!

Ik plaats het tussen de Hemel en de aarde,
– als Glorie en eeuwigdurende Liefde voor mijn Hemelse Vader,
– als een verdediging en een toevluchtsoord voor de schepselen,
– als berouw voor degene die Mij beledigt,
– als een schreeuw van Liefde voor iemand die Mij  niet bemint,
– als Licht voor iemand die Mij niet kent. (…)

Ik kan deze Werken alleen doen in iemand die leeft in Mijn Wil.”

In Mijn Wil wordt het menselijk lijden Goddelijk.”
BvdH 35 – 16 maart 1938         

19 oktober 2021 – Mijn moeder was een getrouwe kopie van Mijzelf

Jezus zei aan Luisa : 

“(…) Dit is wat Ik deed met mijn moeder. (…)
Haar wezen was een getrouwe kopie van het Mijne.
Zozeer zelfs dat wanneer Ik naar haar keek, Ik een “ander Ik“ zag.

Nu wil Ik met jou doen wat Ik met mijn moeder deed,
voor zover dat mogelijk is.
Het is noodzakelijk dat mijn Wil kan leven en handelen
in een kleine mens op aarde.

Maar hoe kan mijn Wil zijn Leven vinden
– en in een mens werken
als deze mijn Mensheid niet bevat
– noch hetgeen Mijn Mensheid geleden heeft?

Mijn Wil heeft zo’n werkzaam Leven gevonden
– in Mij en in mijn onafscheidelijke Moeder.

Nu, wil Ik dat mijn Wil een werkzaam Leven vindt in
een ander schepsel, zoals Mijn wil het bepaald heeft..
En dat schepsel ben jij. (…)

Mijn moeder was een getrouwe kopie van Mijzelf”-
BvdH 14 – 20 juli 1922

19 oktober 2021 – “Het Evangelie van het Koninkrijk van de Goddelijke Wil”

“Mijn zoon, mijn dochter,

datgene wat Ik bekend maak over mijn Goddelijke Wil, kan het
Evangelie van het Koninkrijk van de Goddelijke Wil genoemd worden

Niets is in tegenspraak met de heilige Geschriften noch met het Evangelie
dat Ik verkondigde toen Ik op de aarde was.
Het ene ondersteunt veeleer het andere.

En daarom roep Ik de Priesters om het Evangelie lezen
van het Koninkrijk van mijn Goddelijke Fiat.
Ik zeg hen dan, zoals aan de Apostelen:
Verkondig het aan de gehele wereld. (…)

De zovele verrassende Waarheden, de Beloften van zoveel Goeds
dat Ik wil geven aan de kinderen van het ‘Fiat Voluntas tua’
zal het Evangelie zijn, de basis, de onuitputtelijke bron.
Hieruit zal iedereen putten:  het hemelse Leven,
– het aardse geluk, en – het herstel van hun Schepping.”(…)

“Het Evangelie van het Koninkrijk van de Goddelijke Wil”
BvdH 23 – 28 Jan.
1928

19 okt 2021 – Standvastig het goede doen volgens de plannen van onze Schepper

 

“Mijn dochter,  mijn zoon,

het is noodzakelijk voor de ziel
om het goede te doen met standvastigheid en
om te voldoen aan de plannen die God met haar heeft.
God is rechtvaardig, heilig en barmhartig.

De ziel mag niet
– op een dag geduldig, nederig en gehoorzaam zijn en
– op een andere dag ongeduldig, trots en wispelturig.

Op die manier zijn de deugden niet geordend.
Zij zijn een mengsel van wit en zwart,
van licht en duisternis waar alles verwarring is.

De standvastige ziel is bewoond door de vrede.
Standvastigheid is het zwaard waarvoor alle wanorde vlucht.

Standvastigheid is een ketting die
– alle deugden bindt,  alle passies verwondt,
– alles organiseert in de ziel,
om haar op de weg van de Schepper te houden.”(…)

“Standvastig het goede doen”  BvdH – 7 – 30 jan 1906  

18 oktober 2021 – “Een handeling van de mens in mijn Wil bevat onze Godheid. “

“Mijn dochter, mijn zoon,

de ziel die mijn goddelijke Fiat bezit, heeft zo een Kracht
dat zij in staat is om de duivelse machten te verscheuren.(…)
Maak je geen zorgen over hen. En ga verder met je leven in mijn Fiat.

(…) Elk gebed, elke daad en elke beweging,  die de mens
in mijn Wil uitvoert, bevat in zichzelf een oneindige en onuitwisbare
Kracht en Gewicht. (…)

Een handeling verricht in mijn Wil is een handeling
– die nooit eindigt en
– wiens macht zo groot is dat hij Hemel en aarde omvat. “(…)

“Een handeling van de mens in mijn Wil bevat onze Godheid. ”
 BvdH  26  – 25 mei 1929                        

18 oktober 2021 – Mijn Moeder was het zaad van het “Uw wil geschiede”

“Mijn dochter, mijn zoon,

Een kleine mens verbrak de relatie die tussen de Goddelijke Wil  en de mensen bestond .  Deze breuk dwarsboomde het Plan van God voor de mens.

Een andere kleine mens, de Maagd Maria, Koningin van allen,  begunstigd met vele gaven en voorrechten, – maar nog steeds een mens
werd de Zending gegeven om zich te verenigen met de Wil van haar Schepper om de breuk van het eerste schepsel te herstellen. (…)

Mijn Moeder was het Zaad van het “Uw Wil geschiede op aarde zoals in de hemel”.  Vanuit dit Zaad van mijn Wil dat in mijn goddelijke Moeder was,
vormde mijn Mensheid, die nooit gescheiden was van mijn Godheid,
het grote project van ‘de menselijke wil in de Goddelijke Wil.’”(…)

Mijn Moeder was het zaad van het “Uw wil geschiede”
BvdH – 16 -13 aug. 1923

18 okt 2021 – Het is noodzakelijk om de eerste priesters te vormen

“Mijn dochter, mijn zoon,

Ik verheug mij over de belangstelling van de priesters voor
deze Geschriften, die het Rijk van mijn Wil  zullen vormen. (…)
Ik ben blij dat mijn andere priesters de grote schat leren kennen
van het bekendmaken van het Koninkrijk van mijn Goddelijke Wil.

Ik gebruik dit voorval om de eerste priesters te vormen
voor de komst van het Koninkrijk van mijn Fiat. (…)

Het is zeer noodzakelijk om de eerste priesters te vormen.
Zij zullen nuttig zijn voor Mij , zoals mijn apostelen dat waren
voor de vorming van mijn Kerk.

En zij die zullen trachten deze geschriften te publiceren
– om ze bekend te maken,  zullen de nieuwe evangelisten zijn
van het Koninkrijk van mijn opperste Wil. (…)

“Het is noodzakelijk om de eerste priesters te vormen”
BvdH – 23 – 18 jan. 1928 

17 oktober 2021- Ev – “Een groter Offer dan mijn sterfelijk Leven”

Mijn dochter, mijn zoon,

(…) Toen Ik mijn zending hier op aarde volbracht had , ging Ik naar de hemel.
En Ik bleef tegelijkertijd, als gevangene in elke Sacramentele Hostie.

Maar, weet je waarom?
Omdat mijn Liefde, mijn Gevangenschap, Mij zei :

“Het doel waarvoor U uit de hemel naar de aarde bent gekomen
is niet volbracht. Waar is het koninkrijk van onze Wil?
Het bestaat niet en het is niet gekend.

Blijf dus gevangen in elke sacramentele Hostie,
Er zal dus niet slechts één Jezus zijn, zoals in onze Mensheid,
maar een Jezus voor elke bestaande sacramentele Hostie”(…)

Dit zal Mij in staat stellen met zekerheid het Koninkrijk van Mijn Wil te vormen.

Zonder deze zekerheid, zou Ik niet gebleven zijn.
Het is immers nog eer groter offer dan dat van mijn sterfelijk Leven.”(…)

Een groter Offer dan mijn sterfelijk Leven” – BvdH 35 – 24 jan. 1938

17 okt 2021 – Mijn Mama gaf Mij de oneindigheid

“Mijn  zoon, mijn dochter,

Indien de Soevereine Koningin niet in het bezit was
geweest van de Goddelijke Wil,
zou Ik niet tevreden geweest zijn met haar kussen,
haar liefde, haar omhelzingen en haar melk.

Mijn Mensheid zou tevreden geweest zijn.

Maar mijn Godheid, het Woord van de Vader,  die
het Oneindige en het Onmetelijke bevatte,
wilde oneindige Kussen, immense Omhelzingen,
melk gevuld met Goddelijke Vreugden en Zoetheden.

Ik was tevreden omdat mijn Mama de Goddelijke Wil bezat.
En hierdoor kon zij Mij met haar kussen, omhelzingen,
met haar liefde en in al  haar daden de Oneindigheid geven.”

“Mijn Mama gaf Mij de oneindigheid”  BvdH – 28 – 18 okt. 1930 

16 okt 2021 – Hoe moeilijk is het om te beminnen en niet bemind  te worden!

Mijn zoon, mijn dochter,

“hoe wens  Ik dat iedereen weet
dat Ik hen met al mijn Liefde,  steun, omarm, bemin.
Ik laat hen ademen.
Ik bemin hen en Ik laat hun hart kloppen
Ik bemin hen  en Ik laat hen spreken.
Ik bemin hen  en Ik laat hen stappen.
Ik bemin hen  en Ik geef hen beweging, gedachten, voedsel, water…

Alles wat zij zijn en alles wat zij ontvangen
– is het gevolg van mijn overvloeiende Liefde.

Is het dan geen verschrikkelijke ondankbaarheid
om  niet te beminnen?

Dit maakt van onze Liefde een martelaar,
– want Wij hebben bemind en Wij zijn niet bemind. ” (…)

“Wij hebben bemind en Wij zijn niet bemind” – BvdH – 35 – 6 Dec. 1937 

16 okt 2021 – Jezus en zijn Mama zijn onafscheidelijk

“Mijn dochter, mijn zoon,

Mijn mama en Ik waren met elkaar versmolten. En de versmelting
was zo en zo groot, dat Ik bij Haar bleef  en Zij bij Mij kwam.

De kussen die mijn Mama Mij gaf,  bevatten de kus
van de hele mensheid. Zij gaf Mij de kus van alle mensen terug.

Ik voelde mijn lieve Mama overal.  Ik voelde haar in mijn Adem.
En als deze moeizaam was, maakte ze die lichter.
Ik voelde haar in mijn Hart. En als het vol bitterheid, verzachtte zij het.
Ik voelde Haar in mijn Stap, en als Ik moe was, gaf zij mij kracht en rust .

En wie kan je vertellen hoe Ik haar voelde tijdens mijn Passie?
Ik voelde Haar overal,
– bij elke zweepslag, bij elke doorn,
– bij elke wonde, bij elke druppel van mijn Bloed.
Zo vervulde zij  haar taak als mijn echte Moeder.

“Jezus en zijn Mama zijn onafscheidelijk”  BvdH – 11 – 9 mei 1913  

15 okt 2021 – De Godheid nam een sterfelijk lichaam aan.

Mijn zoon, mijn dochter,

Vóór de zonde van de mens was de Godheid niet verborgen voor hem.
Hij draaide  rond Mij en zo was hij mijn Spiegelbeeld en was hij een lichtje.

Dit  was zeer natuurlijk omdat Ik de grote Zon was en zijn lichtje
gevoed werd door mijn Licht.

Maar van zodra hij zondigde, hield hij op rond Mij te draaien.
En, bijgevolg,  werd zijn lichtje verduisterd,  werd hij blind en verloor hij
het vermogen om in zijn sterfelijk lichaam mijn Godheid te zien,
– voor zover dit voor een mens mogelijk is.

Toen Ik daarna kwam om de mens te verlossen,  nam Ik een sterfelijk
lichaam aan om door hem gezien te worden.
Maar mijn Godheid, die in mijn Mensheid woonde, kon slechts een paar
stralen van mijn Godheid op hem kon laten doorschijnen.”(…).

“De Godheid nam een sterfelijk lichaam aan”- BvdH – 16 – 28 sept. 1929  

15 oktober 2021 – De eerste kus tussen Moeder en Zoon

Mijn dochter, mijn zoon,

(…) In deze omhelzing wilde Ik mijn Liefde
voor mijn Mama tonen.

Alles wat door onze opperste Majesteit gedaan werd
Is eigenlijk enkel één uitstorting van Liefde

Wij hebben al onze Liefdesuitingen in de Schepping
in de Maagdelijke Koningin samengebracht.

De Goddelijke Wil was in mijn Mama. En zo kon zij
– samen met mijn Kus deze grote Liefdesuitstorting ontvangen.
– en alles aan Mij teruggeven. (…)

Aan degene die mijn Goddelijke Wil bezit kan Ik alles geven.
En zij (hij) kan  Mij alles teruggeven.”

“De eerste kus tussen Moeder en Zoon” – BvdH – 27 – 28 sept. 1929  

14 okt 2021 – Er was zo’n sterke vereniging van mijn Mama en Mijzelf, haar Zoon

Mijn zoon, mijn dochter,

“Al haar Grootheid, haar Macht en haar Heiligheid,
– de enorme oceanen van Goedheid die uit haar Hart vloeiden,
– elke Hartslag , elke ademhaling, gedachte, woord,
vloog rechtstreeks naar haar Schepper.

Er was een voortdurende uitwisseling  tussen haar God en haar.
Deze uitwisselingen vergrootten haar Grootheid,
verhieven haar en stelden haar in staat alles te overheersen.
Toch merkte niemand iets ongewoons aan haar.

Alleen Ik, haar God, haar Zoon, wist alles.

Er was zo’n sterke vereniging  tussen mijn Mama en Mij
– dat haar Hart en het Mijne samen klopten.
Ze leefde met mijn eeuwige Hartslag,
– en Ik leefde met haar moederlijke Hartslag.
Juist dit, onderscheidde haar als  mijn Moeder.”(…)

“Vereniging van mijn Mama en Mij ”  BvdH – 14 – 16 maart 1922                       

14 okt 2021 – EV – Adam zondigde omdat hij vergat dat Ik hem beminde.

“Mijn dochter, mijn zoon,

hou  nooit op met Mij te beminnen
– in de eerste plaats voor jezelf, maar ook
– voor al onze dierbare broers en zussen.

Wil je weten waarom Adam eigenlijk zondigde?
Het was
– omdat hij vergat dat Ik hem beminde, en
– omdat Hij vergat Mij te beminnen.
Dit was de voornaamste oorzaak van zijn val.

Indien hij eraan gedacht
– dat Ik hem zozeer beminde en
– dat hij de plicht had om Mij te beminnen,
dan zou hij Mij nooit ongehoorzaam geweest zijn. (…)

In al je lijden en ontberingen,
vergeet nooit dat Ik je zeer veel bemin,
 zodat je nooit vergeet van Mij te beminnen.

“Vergeet nooit dat Ik je zeer veel bemin”  BvdH – 16 – 6 Sept. 1923 

13 oktober 2021 – Jezus en Mama Maria zijn altijd samen aanwezig

 

Mijn dochter, mijn zoon,

Ik ben altijd bij Jezus.  Soms verberg ik me in Hem.
En Hij lijkt alles te doen alsof ik niet bij Hem ben.

Maar ik ben in Hem.  Soms zit Hij verborgen in zijn mama
en laat Hij mij bepaalde dingen doen.
Maar Hij is altijd bij mij.

Op andere momenten tonen Wij ons samen.
En de zielen zien de Moeder en de Zoon die zoveel van hen houden,
– afhankelijk van de omstandigheden en van wat zij nodig hebben.

Vaak is het de Liefde die we niet langer kunnen  inhouden
die ons laat overgaan tot  excessen tegenover hen.

Maar wees ervan overtuigd
dat als mijn Zoon aanwezig is, ik er ook ben, en
dat als ik kom, mijn Zoon bij mij is.

“Jezus en Mama Maria zijn altijd samen ” BvdH – 34 – 28 mei 1937

12 oktober 2021- “Onze Koningin Maria heeft ons haar wil gegeven”

Een stem kwam van de Goddelijke Troon en zei:

“Zij (de koningin-moeder) is de uitverkorene onder alle uitverkorenen.
Ze is de mooiste. Zij is het enige schepsel
– dat ons zijn wil gaf en
– die hem levenloos op onze knieën legde, in onze handen.

En wij gaven haar als dank , het Geschenk van onze Wil.
We hadden haar geen groter Geschenk kunnen geven

Het bezit  van deze opperste Wil gaf haar de macht
– om het Woord op aarde te brengen en
– om de Verlossing van de mensheid in gang te zetten.

Een menselijke wil had  Ons nooit kunnen aantrekken.
Maar een Goddelijke Wil in dit niet te evenaren schepsel
heeft ons verrukt en veroverd.” (…)

“Wij verwachten dat ook jij  Ons jouw wil geeft” (…)

 “Onze Koningin Maria heeft Ons haar wil gegeven”  BvdH 17 – 10 okt. 1925       

12 oktober 2021- De hemelse Koningin luisterde naar alle lessen over de Goddelijke Wil.

Mijn dochter, mijn zoon,

Ik draag Jezus omdat ik in mij het Koninkrijk van zijn Goddelijke Wil bezit.
Hij openbaart mij aan wie Hij wil, en ik ren om Hem te brengen
– zonder Hem te verlaten.

Ik draag niet alleen Jezus .
Ik kijk en luister naar wat Jezus doet en  zegt tegen de zielen.
Denk je dat ik niet aanwezig was om naar alle Lessen te luisteren
– die mijn lieve Zoon je gaf over zijn Goddelijke Wil?

Ik was daar, ik hoorde elk woord dat Hij tegen jou sprak.
En bij elk woord dankte ik mijn Zoon.
Ik  voelde  mij dubbel vereerd om Hem te horen spreken
over het Koninkrijk dat ik al bezat, en dat  mijn groot fortuin was
en de reden van het grote Geschenk van mijn Zoon.

En door Hem te zien spreken,
–  zag ik het fortuin van mijn kinderen geënt op het mijne. “(…)

De hemelse Koningin luisterde naar alle lessen over de Goddelijke Wil.”- BvdH -34 – 28 mai 1937 

11 oktober 2021 – “Kom in mijn Wil en doe wat Ik doe.”

Mijn dochter, mijn zoon,

“Kom in mijn Wil om te doen wat Ik doe.
Daar kan je handelen voor het welzijn van alle mensen” (…)

“de meest sublieme en heldhaftige daad die een ziel kan verrichten
is te leven en te handelen in mijn Wil.

Als een ziel besluit in mijn Wil te leven,
dan versmelten onze twee Willen tot Eén.

Als de ziel bevlekt is, reinig Ik haar.
Als de doornen van de menselijke natuur haar omringen, vernietig Ik ze.
Als de nagels van de zonde haar doorboren, verpulver Ik ze.
Niets kwaads kan mijn Wil binnendringen.

Al mijn Kwaliteiten komen binnen in de ziel en veranderen
– haar zwakheid in Kracht, haar onwetendheid in Wijsheid
– haar ellende in Rijkdom, enz.”(…)

“Kom in mijn Wil en doe wat Ik doe.” – BvdH 12 – 25 juli 1917

11 okt 2021 – De hemelse Koningin beschermt Jezus in de geconsacreerde Hostie

De Hemelse Koningin zegt:

“Ik moet zijn Leven in veiligheid brengen,
het grote Geschenk dat God mij toevertrouwde.”

Als Hij neerdaalt in de harten in de sacramentele Hostie,
kom ik samen met Hem om Hem te beschermen.(…)

Ik ben de Drager van Jezus. Hij wil nergens zonder mij zijn.

En wanneer de Priester  op het punt staat om de
Woorden van de Consecratie over de hostie uit te spreken,
maak ik mijn moederhanden tot vleugels.

Zo daalt Hij langs mijn handen af om in de hostie geconsacreerd
te worden. En wanneer onwaardige handen Hem aanraken,
laat ik Hem de mijne voelen,
die Hem beschermen en Hem overladen met mijn Liefde.”(…)

“De hemelse Koningin beschermt Jezus – Hostie”  BvdH – 34
28 Mei, 1937 

10 okt 2021 – EV – Kennis verwerven van hemelse Dingen.

Mijn zoon, mijn dochter,

“Hoe meer een ziel zich ontdoet van natuurlijke dingen,
hoe meer bovennatuurlijke en goddelijke Dingen verwerft zij.

Hoe meer zij zichzelf ontdoet van haar eigenliefde,
hoe meer  liefde zij krijgt voor  God.

Hoe minder zij  streeft
– naar kennis van menselijke wetenschappen en
– naar aardse genoegens
hoe meer Kennis zij verwerft van hemelse Dingen en Deugden.”

“Kennis verwerven van hemelse Dingen ”  BvdH – 5 – 3 aug. 1903 

10 okt 2021 – Maria, de hemelse Koningin, is de draagster van Jezus

 

De opperste Majesteit zei tot de Hemelse Koningin

‘Onze dochter,
Wij geven u het grote Geschenk van het Leven van de Zoon van God,
zodat  je Hem bezit en  je Hem kan geven aan wie je wil.

Bemin Hem, verdedig Hem, laat Hem nooit alleen, aan wie je Hem ook geeft,
– om Hem te beminnen als ze Hem niet beminnen,
– om te herstellen  als ze Hem beledigen,

Jij zal ervoor zorgen dat het Hem niet ontbreekt
– aan de Eer, aan de Heiligheid, aan de Zuiverheid die bij Hem past,

Wees aandachtig.
Dit is het grootste Geschenk dat Wij u kunnen geven.

En Wij geven u de macht om Hem te bilocaliseren telkens je dit wil,
Opdat  iedereen die Hem bemint,
dit grote Geschenk kan ontvangen en Hem bezitten. ‘

“Maria is de draagster van Jezus”  BvdH – 34 -28 mei 1937

9 okt 2021 – het Leven en Glorie van “Koningin van het Licht”

“Mijn dochter, mijn zoon,

de Wil die de hemelse Koningin en Mijzelf bezielde, was Eén.
Wij leefden beide in de Goddelijke Wil.

Maar er was een verschil tussen haar en Mij:

Zij is de woning die overvloeid werd door het Licht.
Zij was in de ban van dat Licht .
En de Zon van mijn Wil werd haar altijd gegeven.
Zij  voedde haar altijd met haar Licht.
Zij groeide op in de eindeloze stralen van de eeuwige Zon van mijn Fiat.

Mijn Mensheid echter,  bezat in Zichzelf
– 
de sfeer van de Goddelijke Zon,
– zijn Bron die nooit opdroogt.

De soevereine koningin putte uit Mij het Licht
dat haar het Leven en Glorie gaf van “Koningin van het Licht“.

“Koningin van het Licht”  BvdH – 23 – 11 maart 1928

9 okt 2021 – Onze Koningin Moeder vraagt om zonder ophouden te bidden

De  Moeder – Koningin zegt tot Luisa:

“Mijn dochter, vraag mijn Zoon  om de plagen niet te zenden:

Alle boosdoeners zijn klaar om te handelen.
Maar zij zien zichzelf gebonden door een Oppermacht
– die hen ervan weerhoudt actie te ondernemen.

Als de Goddelijke Gerechtigheid hen toestaat om te handelen,
niet op het moment dat zij dat willen,
zal dit tot goed gevolg hebben dat zij de Goddelijke Autoriteit
over hen erkennen.  En zij zullen zeggen: “Wij hebben het gedaan,
omdat de kracht ons van bovenaf   is
.”

Wat een oorlog is er aan de gang in de morele wereld!
Het is afschuwelijk om te zien. (…)

Bid, mijn dochter, bid!”

“Bidt zonder ophouden”  BvdH – 4 – 11  oktober 1901 

8 okt 2021 – De “Goddelijke Wil” betekent “Scheppende Kracht “

“Mijn dochter, mijn zoon,

de eenvoudige woorden ‘Goddelijke Wil’ betekenen
de” Scheppende Kracht.” Zij betekenen de Macht
– om te scheppen , om te transformeren en
om in de zielen nieuwe stromen te laten vloeien
– van Licht,   Liefde en   Heiligheid.

De priester kan Mij in de Hostie consacreren,  door de Macht
die Mijn Wil verleende aan de Woorden
van de Consecratie.

Alles komt voort uit het “Fiat”  en wordt erin gevonden. 

Bij de gedachte alleen al aan het doen van mijn Wil,
voelt de ziel zich rustig worden, gesterkt en veranderd.

Door mijn Wil te willen doen, zet zij zichzelf immers op weg
om alle Goeds te vinden. “(…)

De “Goddelijke Wil” betekent “Scheppende Kracht “.
BvdH – 12 – 22 dec. 1920 

8 okt 2021 – De oorzaak van de plagen – de Liefde van God voor de mensen

Mijn Zoon, mijn dochter,

“De voornaamste reden van ons groot Verdriet is
het verlies van zielen:
Zij zijn van Ons.  Zij behoren toe aan Ons.
De reden waarom Ik hen plagen zend is mijn grote Liefde
voor hen, om hun zielen in veiligheid te brengen.”

Ook al lijd Ik, de Liefde doet Mij zwaardere plagen zenden. (…)
Andere middelen lijken hem stoutmoediger te maken.
Schik je dus naar mijn Gerechtigheid.

Mijn Mama  heeft Mij meer bemint  dan alle mensen .
Niemand kan Haar evenaren. En toch, om de zielen te redden,
schikte zij zich naar de Gerechtigheid.

En zij aanvaardde om Mij zoveel te zien lijden.
Als mijn Moeder dit deed, kan jij dan niet hetzelfde doen?” (…)

“Mijn Mama aanvaardde om Mij zoveel te zien lijden.”
BvdH – 2 – 24 okt  1899

7 oktober 2021 – God danken voor de Schepping

Lieve zoon, lieve dochter,

“Elk geschapen ding is een uitdrukking van Gods Liefde
voor de mensen. Het is hun plicht om aan God hun liefde
en dankbaarheid voor deze grote geschenken te tonen.
Dit is zelfs hun eerste plicht tegenover de Schepper.

Deze plicht is zo belangrijk dat mijn hemelse Moeder,
die onze glorie, de verdediging van onze belangen, ter harte nam,
naar alle geschapen dingen ging, van de kleinste tot de grootste.

Zij plaatste er in de naam van alle mensen, een stempel op
van Liefde, Glorie en Dank aan de Schepper.
In navolging van mijn Moeder, vervulde ook mijn Mensheid
deze heilige plicht.

Dit bewoog mijn Vader om welwillend te zijn
tegenover de schuldige mensheid.” (…)

God danken voor de Schepping” – BvdH 17 – 9 aug. 1925

7 oktober 2021- Dag toegewijd aan de Koningin van de Rozenkrans

Mijn zoon, mijn dochter,

“deze dag is toegewijd aan de Koningin van de Rozenkrans,
Koningin van de overwinningen en van de triomfen. (…)

De Soevereine Dame overwon haar Schepper.
Zij boeide Hem met Haar kettingen van Liefde,
en trok Hem van de Hemel naar de aarde
om het Koninkrijk van de Verlossing te vormen.

 Zo ook zullen de zachte en krachtige kralen van haar Rozenkrans
 haar opnieuw laten zegevieren  en triomferen over de Godheid,
en het Koninkrijk van de Goddelijke Fiat
 laten neerdalen in het midden van de schepselen. “(…)

“Dag toegewijd aan de Koningin van de Rozenkrans ”  BvdH -25 -7 okt 1928

6 oktober 2021- Jezus leert het “Onze Vader”

Mijn dochter, mijn zoon,

je moet weten dat mijn Komst op aarde en alles wat Ik deed
– in de Verlossing, mijn Dood en mijn Verrijzenis,
slechts een voorbereiding was op het Koninkrijk van mijn Goddelijke Wil.

Toen ik het Onze Vader vormde, vormde Ik de kiem van
het Koninkrijk van mijn Goddelijke Wil onder de schepselen.(…)

Als ik spreek, schep Ik uit het niets, de  meest wonderbare Werken.
Het Koninkrijk van mijn Wil is door Mij geschapen
terwijl ik het Onze Vader vormde en luidop bad.

Ik heb het aan mijn Apostelen geleerd  opdat de Kerk,
door het steeds te bidden,
– deze kiem zou irrigeren en bevruchten. en
– hun leven zou modelleren naar de ordening van mijn Goddelijke Fiat”(…)

Jezus leert het ‘Onze Vader'” – BvdH – 26 -25 aug. 1929

error: Content is protected !!