Luisa schrijft:
“Het Geloof is God – zelf.”
God deelt het Geloof aan de mens mee op twee manieren:
– eerst, door het Doopsel en, nadien
– door in de ziel een deeltje van zijn Substantie in te storten.
Zo geeft God hem de Gave
– om wonderen te verrichten, om de doden op te wekken
– om de zieken te genezen, om de zon te stoppen, enz.
Als de wereld het geloof bezat,
zou de aarde veranderd worden in een aards paradijs! (…)
De ziel die leeft in het Geloof,
is niet aangetrokken door de goederen van deze wereld.
Haar verblijfplaats is in de Wonden van Jezus Christus.
Zij verenigt zich met Jezus Christus en biedt zichzelf aan als offerziel
– om de Goddelijke Gerechtigheid te milderen en
– om de mensen de straf te besparen die ze verdienen. (…)
“Geloof is God – Zelf. – BvdH – 2 – Het Geloof – 28 februari 1899