“Mijn dochter, mijn zoon,
om deze Waarheden te kennen,
is het nodig om ernaar te verlangen en hen te willen kennen.
Het is niet genoeg om de wil te hebben om de Waarheid te kennen.
Het is ook nodig om
– je eigen zwakheden te overwinnen en
– en jouw leven in het Licht van deze Waarheid te ordenen.
Als deugden en waarheden niet onder het teken van ‘eenvoud’ staan,
zijn zij als zonder Lucht en zonder Licht.”