“Mijn zoon, mijn dochter,
datgene wat Ik bekend maak over mijn Goddelijke Wil, kan het
Evangelie van het Koninkrijk van de Goddelijke Wil genoemd worden
Niets is in tegenspraak met de heilige Geschriften noch met het Evangelie
dat Ik verkondigde toen Ik op de aarde was.
Het ene ondersteunt veeleer het andere.
En daarom roep Ik de Priesters om het Evangelie lezen
van het Koninkrijk van mijn Goddelijke Fiat.
Ik zeg hen dan, zoals aan de Apostelen:
Verkondig het aan de gehele wereld. (…)
De zovele verrassende Waarheden, de Beloften van zoveel Goeds
dat Ik wil geven aan de kinderen van het ‘Fiat Voluntas tua’
zal het Evangelie zijn, de basis, de onuitputtelijke bron.
Hieruit zal iedereen putten: het hemelse Leven,
– het aardse geluk, en – het herstel van hun Schepping.”(…)
“Het Evangelie van het Koninkrijk van de Goddelijke Wil”
BvdH 23 – 28 Jan. 1928