“Mijn dochter, mijn zoon,
al je vreugde moet liggen in jezelf te spiegelen in Mij.
Als je dit altijd doet, zal je
– al mijn kwaliteiten, mijn fysionomie en
– mijn eigen kenmerken in jezelf opnemen.
En Ik, op mijn beurt, zal mijn grootste vreugde vinden
wanneer Ik mezelf in jou weerspiegel.” (…)
Luisa: “O God, ben ik iets dat U in verrukking brengt of U verbittert?”
Intussen kwam onze lieve Koningin Mama mij helpen.
Zij had een zuiver wit gewaad in haar handen.
En zeer beminnelijk zei zij mij :
“Dochter, wees niet bang.
Ikzelf wil je mooi maken door je te kleden met mijn Onschuld.
Zo zal mijn Zoon, wanneer Hij zich in jou zal weerspiegelen,
de grootste vreugde vinden die in een mens kan gevonden worden.”