“Mijn zoon, mijn dochter,
Liefde bereikt alles. Er is niets dat Haar kan weerstaan.
Mijn eerste beul was de Liefde.
Dit is de reden waarom Ik in de loop van mijn Passie
zelfs geen berispende blik naar mijn beulen wierp.
Ik had immers een wredere, actievere beul in Mij: Liefde.
En waar de uiterlijke beulen niet konden komen,
of een klein deeltje van Mij gespaard bleef,
zette de Liefde haar werk verder en spaarde niets in Mij.
Dit gebeurt in alle zielen:
het voornaamste werk wordt door de Liefde gedaan.
De Liefde bewerkt haar en vult haar met Zichzelf.
Wat dan aan de buitenkant verschijnt,
is dan de uitstorting van het werk
– dat de Liefde binnen in haar verricht heeft “(…)
“Het voornaamste werk wordt door de Liefde gedaan.” – BvdH 9 –