” Mijn zoon, mijn dochter,
neem je vlucht in de Eeuwige Wil en vervul je zending.
(…) Reis doorheen de generaties, maar altijd in mijn Wil.
Anders zal je hen niet allemaal vinden.
Je zal beminnen, handelen, herstellen, aanbidden
– in naam van iedereen,
Dan zal je bij de opperste Majesteit komen
– om Hem alle liefde en alle lof van iedereen te geven,
als ware dochter, zoon van onze Wil.” (…)
Daarom, mijn dochter, mijn zoon,
– wandel tussen de menselijke daden van de mensen,
– dring door in de harten en
– breng in elke hartslag de hartslag van mijn Wil,
– breng in elke gedachte de kus en de kennis van mijn Wil.
Druk het almachtige Fiat op elk woord.
Ga in alles binnen en overstroom alles met dit Fiat,
– zodat mijn Koninkrijk op aarde kan komen. ”
“Ik wil dat je in mijn Wil leeft.” – BvdH 16