“Mijn dochter, mijn zoon,
Ik moest eerst bekend maken wat mijn Mensheid uitwendig
deed en leed, om nadien de zielen te kunnen laten kennen
wat mijn Godheid innerlijk deed.
De mens is niet in staat om mijn Werken allemaal te begrijpen.
Daarom openbaar Ik Mij beetje bij beetje.(…)
(…)Ik zal een cohorte van zielen hebben die in mijn Wil leven,
die de daden van de mensen opnieuw zullen verrichten.
Ik zal de Glorie ontvangen van de vele Daden, die alleen door Mij
gedaan zijn, evenals de daden die door de mensen verricht zijn. (…)
Deze zielen zullen niet langer menselijk handelen.
In mijn Wil, zullen hun daden voor allen vermenigvuldigd worden
op een volkomen Goddelijke Wijze.(…)
4de Geheim van het Licht – De Gedaanteverandering van Jezus – BvdH12