Mijn dochter, mijn zoon,
mijn Verrijzenis
– voltooid, bezegeld, – gaf Mij alle Eer
– riep alles wat Ik deed gedurende mijn gehele Leven op aarde tot Leven
– vormde de kiem van de verrijzenis van de zielen en
zelfs van de lichamen in het Universele Oordeel.
Want, zonder mijn Verrijzenis
– zou de Verlossing onvolledig geweest zijn en
– mijn mooiste Werken zou begraven zijn.
Mijn Wil is meer dan een zon.
Hij overschaduwt alles, voedt alles
Hij transformeert alles in Licht.
Hij vormt de volledige Verrijzenis van de ziel in God”(…)
“Zonder mijn Verrijzenis, zou de Verlossing onvolledig geweest zijn “
BvdH – 19 – 4 april 1926