“Mijn dochter, mijn zoon,
de Uren van mijn Passie,
zijn mijn eigen Gebeden, mijn voldoening en al mijn Liefde,
Zij komen uit het diepste van mijn Hart.
Ben je misschien vergeten
– hoe vaak Ik Mijzelf met jou verenigd heb om ze met jou te doen,
en hoe Ik straffen veranderd heb in Genaden voor de hele aarde?
Mijn Tevredenheid is zodanig en zo groot,
– dat Ik de ziel in een handvol Liefde geef,
van een oneindige waarde .
Bovendien, als iets gedaan wordt uit zuivere Liefde,
– kan mijn Liefde zich uitstorten.
En het is niet onbelangrijk dat het schepsel verlichting geeft
aan haar Schepper en Hem zijn Liefde laat uitstorten.”
“Ik geef hen een handvol Liefde” – BvdH 11 – 6 sept 1913