“Mijn zoon, mijn dochter,
onze Liefde rust nooit. (…)
Wanneer Wij onze Creatieve Kracht gebruiken, willen Wij
– dat het schepsel dit weet en Haar ontvangt.
Wij willen onze Verlossende Kracht gebruiken
– als de zonde haar tiranniseert.
Maar Wij willen dat het schepsel
– het Goede kent dat Wij willen geven en
– Het ontvangt met liefde en dankbaarheid.
Wanneer Wij de Heiligmakende Kracht gebruiken,
willen Wij dat de mens bereid is
– om de transformatie van onze heilige Handelingen
in haar eigen daden te ontvangen, en
– om onze heiligende Kracht te ontvangen.”(…)
“Wij willen samen met de mens handelen. ”
BvdH 32- 12 februari 1933-