“Mijn dochter, mijn zoon,
de aarde doet de zaadjes die erin gelegd worden
– ontkiemen en vermenigvuldigen.
Mijn Wil is vruchtbaarder dan de aarde.
Haar zaad, door zich in de ziel te verspreiden,
– komt tot ontkieming en
– ontwikkelt daar vele evenbeelden van Mijzelf.
Mijn Wil laat mijn kinderen ontkiemen en zich vermenigvuldigen.
De daden die in mijn Wil worden verricht, zijn als de zon:
– allen ontvangen haar licht, haar warmte en al wat goed is in haar.(…)
De daden die in mijn Wil verricht worden, zullen altijd
– in het eindeloze rad van de Eeuwigheid
Leven, Licht en Warmte voor allen zijn.”
” Mijn Wil is vruchtbaarder dan de aarde.” BvdH 13- 2 februari 1922-