“Mijn dochter, mijn zoon,
Ik verheug mij over de belangstelling van de priesters voor
deze Geschriften, die het Rijk van mijn Wil zullen vormen. (…)
Ik ben blij dat mijn andere priesters de grote schat leren kennen
van het bekendmaken van het Koninkrijk van mijn Goddelijke Wil.
Ik gebruik dit voorval om de eerste priesters te vormen
voor de komst van het Koninkrijk van mijn Fiat. (…)
Het is zeer noodzakelijk om de eerste priesters te vormen.
Zij zullen nuttig zijn voor Mij , zoals mijn apostelen dat waren
voor de vorming van mijn Kerk.
En zij die zullen trachten deze geschriften te publiceren
– om ze bekend te maken, zullen de nieuwe evangelisten zijn
van het Koninkrijk van mijn opperste Wil. (…)
“Het is noodzakelijk om de eerste priesters te vormen”
BvdH – 23 – 18 jan. 1928