Mijn dochter, mijn zoon,
“Ik draag Jezus omdat ik in mij het Koninkrijk van zijn Goddelijke Wil bezit.
Hij openbaart mij aan wie Hij wil, en ik ren om Hem te brengen
– zonder Hem te verlaten.
Ik draag niet alleen Jezus .
Ik kijk en luister naar wat Jezus doet en zegt tegen de zielen.
Denk je dat ik niet aanwezig was om naar alle Lessen te luisteren
– die mijn lieve Zoon je gaf over zijn Goddelijke Wil?
Ik was daar, ik hoorde elk woord dat Hij tegen jou sprak.
En bij elk woord dankte ik mijn Zoon.
Ik voelde mij dubbel vereerd om Hem te horen spreken
over het Koninkrijk dat ik al bezat, en dat mijn groot fortuin was
en de reden van het grote Geschenk van mijn Zoon.
En door Hem te zien spreken,
– zag ik het fortuin van mijn kinderen geënt op het mijne. “(…)
“De hemelse Koningin luisterde naar alle lessen over de Goddelijke Wil.”- BvdH -34 – 28 mai 1937