“Mijn dochter, mijn zoon,
de vreugden en de genaden die Ik in mijn Mama uitstortte
waren zo groot en zo talrijk,
dat het voldoende is om je te vertellen dat
– wat Ik van nature ben,
– mijn Mama geworden is door Genade.
Meer zelfs, omdat zij zonder zonde was,
– en mijn Genade daarom vrij in haar kon stromen,
is er niets van mijn Wezen dat Ik aan haar niet gegeven heb.”
Op dat moment leek ik onze Koningin-Mama te zien alsof zij
een andere God was, met alleen dit verschil:
– dat dit in God zijn eigen Natuur is,
– terwijl het in de Allerheiligste Maria verworven Genade is. “(…)
“De H. Maagd Maria is vol van Genade ” BvdH -2 -26 sept 1899