Mijn dochter, mijn zoon,
(…) Ook Ik zal uitroepen: “Vrijheid. Vrijheid!
Komt allen in mijn Wil, en jullie zullen de ware vrijheid genieten!’
Buiten mijn Wil, hoeveel belemmeringen vindt de ziel niet!
Maar in mijn Wil is zij vrij.
Ik laat haar vrij om Mij lief te hebben zoals zij het wil
Meer nog, Ik zeg haar: “Leg de rest van het menselijke af
– neem wat Goddelijk is.”
Ik ben niet gierig en jaloers met mijn bezittingen . Ik wil dat je alles neemt.
Heb Mij mateloos lief. Neem, neem al mijn Liefde.
Maak mijn Macht tot de jouwe. Maak je mijn Schoonheid eigen.
Hoe meer je neemt, hoe gelukkiger uw Jezus zal zijn.”(…)
“Leg de rest van het menselijke af en neem wat Goddelijk is” – BvdH 12