“Mijn dochter, mijn zoon,
ben je niet blij
– dat geen ‘ik hou van U’ van je verloren gaan,
– maar dat ze allemaal op Mij zijn ingeprent?
En weet je hoeveel goed dit doet?
Je moet weten dat wanneer een ziel besluit goed te doen,
een deugd te beoefenen,
dit in haar hart het zaadje van die deugd legt. (…)
De herhaling van jouw ‘Ik hou van U’, geeft je het water
– om de boom van de Liefde in jou te laten groeien.
De herhaling van daden van geduld,
– brengt in jou de boom van Geduld voort.
De herhaling van je daden in mijn Wil vormt het water
– om de Goddelijke en Eeuwige boom van mijn Wil
in jou te laten groeien. “(…)