Dochter, zoon van mijn Wil,
toen uw Jezus uit de Hemel op aarde neerdaalde, zei Hij:
“Ik ga heen en Ik blijf“.
Toen Hij opsteeg naar de Hemel, zei Hij:
“Ik blijf en Ik ga heen”.
Bij het neerdalen als Sacrament in de mensen, herhaalt mijn Woord:
“Ik ga heen en blijf in het Tabernakel“.
Op dezelfde manier, kan de mens die in mijn Wil leeft,
mijn Woord herhalen in al zijn handelingen.
Zodra hij met een daad begint, wordt zijn Jezus in die daad gevormd.
Mijn Leven kan zich vermenigvuldigen in het oneindige,
zo vaak als Ik het wil.
Daarom, in alle waarheid, kan hij zeggen: “Ik ga heen en ik blijf”.