“Mijn kind, deze doornen zeggen
– dat Ik Koning van elk hart wil zijn,
– dat alle heerschappij aan Mij toebehoort.
Jij, neem deze doornen en prik jouw hart.
Laat er alles wat niet van Mij is uitvloeien.
Laat een doorn achter in jouw hart
– om je eraan te herinneren dat Ik jouw Koning ben, en
– om al de rest erbuiten te houden.
Ga naar alle harten. Prik hen
– om alle trots en rottigheid naar buiten te laten komen
– en Mij tot Koning van allen uit te roepen.” (…)