(…)De engel kwam voor mij staan, boog en begroette mij:
“Wees gegroet Maria, onze Koningin. Het Goddelijk Fiat heeft u
met genade vervuld. Het Goddelijk ‘Fiat’ heeft zich al uitgesproken.
Het wenst neer te dalen. Het is klaar. Het staat achter mij.
Maar Het wil eerst uw ‘Fiat’, om zijn ‘Fiat’ te kunnen vervullen.” (…)
Ik sprak het ‘Fiat’ uit. Oh, wat een Wonder!
De twee Fiats smolten samen en het Goddelijk Woord daalde af in mij.
Mijn Fiat kreeg dezelfde waarde als het Goddelijk Fiat.
Dit Fiat vormde uit het zaad van mijn mensheid, de kleine Mensheid,
die het Goddelijk Woord zou insluiten.
En zo ging het grote Wonder van de Menswording in vervulling.(…)