Mijn zoon, mijn dochter,
(…)Elk geschapen ding is een uitdrukking van Gods Liefde
voor de mensen. Zij hebben de plicht om aan God hun liefde
en dankbaarheid te tonen voor al deze weldaden.
Dit is zelfs hun voornaamste plicht tegenover hun Schepper(…)
Als wij dat niet doen, plegen wij diefstal tegenover onze Schepper.
(…)Deze plicht is zo belangrijk dat mijn hemelse Moeder,
– die alles deed voor onze Glorie, en de verdediging van onze Belangen,aandacht schonk aan alle geschapen dingen,
– van de kleinste tot de grootste.
En zij plaatste, in de naam van alle mensen, een zegel
– van Liefde, Glorie en Dankbaarheid aan de Schepper.
Na mijn Mama, vervulde ook mijn Mensheid deze heilige plicht.(…)